Winter

Het paard van het andere

loopt weer rond

het huis 

Je hoort

haar kop

schuren

tegen de deur 

Zachtjes

Ze roept

we moeten weer verder. 

Onrust neemt je 

Kleur wordt Sleur 

Omarming wordt Omklemming 

Warmte

zit opgesloten in

Kou 

Ver weg

Lokt

de Lente